CO₂-voetafdruk
Co-producten hebben een lagere CO₂-voetafdruk dan vergelijkbaar krachtvoer.
CO₂-voetafdruk van co-producten
Door co-producten te voeren, kunnen veehouders de CO₂-voetafdruk van hun rantsoen verkleinen. Dit kan op zijn beurt leiden tot een verlaging van de CO₂-voetafdruk van vlees- en zuivelproducten voor consumenten.
Alle CO₂'s die tijdens het proces worden gecreëerd samengeteld vormen de totale CO₂-voetafdruk voor het eindproduct.
Bijvoorbeeld, de CO₂-voetafdruk voor 1 liter melk in het schap van een supermarkt begint bij de eerste invoer, wat waarschijnlijk kunstmest is om voer voor de koe te produceren. Het omvat elke stap tussen de productie van kunstmest en de melk die op het schap in de winkel ligt.
Opbouw CO₂-voetafdruk co-producten
Voor de CO₂-voetafdruk van een product wordt gekeken naar de uitstoot tijdens het hele productieproces, van gewas tot eindproduct. Internationale rekenregels schrijven voor dat het merendeel van de CO₂-emissies van de teelt en de verwerking van gewassen toegerekend worden aan het 'hoofdproduct'. Bijvoorbeeld het frietje bij de aardappel, of het suikerklontje bij de suikerbiet. Het merendeel van de CO₂-voetafdruk van een co-product wordt dus bepaald door de CO₂-emissie van het transport van de fabriek naar de veehouder. Voor melkvee wordt ook de methaan dat ontstaat in de pens meegerekend in de CO₂-voetafdruk.
Opbouw CO₂-voetafdruk vlees- en zuivelverwerkers
De emissies van vlees- en zuivelverwerkers worden onderverdeeld in drie types (scopes). Emissies uit scope 1 en 2 zijn het resultaat van directe bedrijfsactiviteiten, zoals productieprocessen en transport. Emissies uit scope 3 zijn emissies die ontstaan in de keten, zoals bij de productie van melk en vlees op de boerderijen. De CO₂-voetafdruk van de veehouder bepaald dus mede de CO₂-voetafdruk van de vlees- en zuivelverwerker. Het voeren van co-producten kan de CO₂-voetafdruk van de veehouder significant verlagen zonder impact op de productiviteit.
Verantwoording CO₂-voetafdruk door middel van LCA-data
Aan veehouders wordt steeds vaker gevraagd inzicht te geven in de ecologische voetafdruk van zuivel- en vleesproducten. Het is daarom essentieel om met cijfers aan te kunnen tonen dat gebruik van co-producten inderdaad een verlaging van de CO₂-voetafdruk oplevert. Bovendien kan er voor producten die op een milieu-vriendelijke manier geproduceerd worden een hogere prijs worden gevraagd .
Duynie helpt veehouders hiermee door de CO₂-voetafdruk van al haar co-producten te laten berekenen door een onafhankelijk adviesbureau. Hiervoor worden internationaal erkende regelregels toegepast. Deze bepalen de score van een product aan de hand van criteria rond landgebruik, watergebruik, uitstoot van fijnstof, verzuring van de bodem en het effect op klimaatverandering.
Uit deze berekeningen blijkt dat co-producten zoals perspulp, bierborstel, aardappelstoomschillen en tarwegistconcentraat een aanmerkelijk kleinere footprint hebben dan alternatief veevoer dat een vergelijkbare voedingswaarde heeft. En dat is een mooie stap voorwaarts.